8 maart: Internationale Dag van de Vrouwenrechten. Het von Karman Instituut benadrukt de cruciale rol die vrouwen spelen in wetenschappelijk onderzoek
Het team in de lage snelheid windtunnel, waarin de tests van het model voor het Europese project Chopin aan de gang zijn.
Het von Karman Instituut (VKI), een internationaal onderzoeks‐ en opleidingscentrum dat wereldwijde faam geniet, is gespecialiseerd in stromingsdynamica. Het VKI doet aan numeriek en experimenteel onderzoek voor de lucht- en ruimtevaart, inzake turbomachines, de stuwkracht, alsook op het vlak van het leefmilieu en industriële processen. Gendergelijkheid is een van de topprioriteiten van de directeur van het VKI, Peter Grognard, met de steun van de raad van bestuur. Iedereen is ervan overtuigd dat het voor diversiteit en creativiteit in het onderzoek van cruciaal belang is om getalenteerde onderzoekers aan te werven. Deze diversiteit verbetert prestaties en biedt nieuwe perspectieven. Het creëert de noodzakelijke complementariteit tussen mannen en vrouwen. Lucht- en ruimtevaart blijft vandaag spijtig genoeg nog voornamelijk een mannelijk bastion, al was het maar door de historisch lagere instroom van vrouwen voor studies in lucht- en ruimtevaart. Hierin komt de laatste jaren gelukkig, ook bij VKI, een gevoelige verbetering.
Van de 200 medewerkers en studenten van het Instituut is slechts 25% vrouwelijk. Twee leidinggevende functies zijn werkzaam in het uitvoerend comité en in de faculteit, negen onderzoeksingenieurs voeren innovatieve projecten uit op hun vakgebied, negen hebben essentiële administratieve functies voor het dagelijks functioneren en 24 studenten zijn gespecialiseerd in de vloeistofdynamica. Veel van de vrouwelijke VKI alumni vervullen wetenschappelijke functies op topniveau en zijn de ambassadrices van VKI bij hun collega's.
Voor Aude Lecardonnel, een PhD student in de afdeling milieu en stromingsdynamica sinds 2019, zijn er geen verschillen tussen de vrouwelijke en mannelijke ingenieurs van haar generatie, maar onder de ouderen zijn er nog steeds bepaalde vooroordelen. Zij is sceptisch over het feit dat vrouwen op dit moment dezelfde kansen hebben om te evolueren naar leidinggevende functies als mannen. Dit gevoel wordt ook gedeeld door andere collega's die het moeilijk vinden om het moederschap te combineren met een beroepsleven met cruciale mijlpalen: de thesisverdediging, de opstart van een loopbaan in een onderneming, het afronden van wetenschappelijke projecten binnen een bepaalde termijn. Dit zijn allemaal factoren die hen ervan weerhouden om in bepaalde periodes van hun leven een gezin te stichten.
De vrouwen werkzaam op het VKI voelen geen merkbaar verschil in houding tegenover zichzelf en hun mannelijke collega’s, maar in dit voornamelijk mannelijke milieu worden sommige welwillende gedragingen soms als paternalistisch ervaren. Zij stellen vast dat dit de solidariteit tussen vrouwen versterkt en dat er geen concurrentie tussen hen is. Volgens hen zijn vrouwen in VKI bijzonder goed vertegenwoordigd in vergelijking met andere ondernemingen.
Volgens Yakut Cansev, onderzoeksingenieur, zijn de genderquota die in het Marie Curie-programma en andere onderzoeksfinanciering zijn opgenomen, van essentieel belang. Zij vraagt zich echter af of de keuze is bepaald door de competentie van de persoon of door de niet-discriminerende criteria die in het programma zijn vastgesteld.
Momenteel bekleden twee vrouwen een leidinggevende positie in het uitvoerend comité en in de faculteit. Delphine Laboureur, professor in de afdeling milieu en stromingsdynamica, benadrukt dat hoe hoger vrouwen op de hiërarchische ladder gaan, hoe complexer de combinatie van beroeps- en gezinsleven wordt. Dit kan sommige vrouwen afremmen in hun bereidheid om een dergelijke functie te bekleden. Er is zeker nog veel werk aan de winkel in het bewustwordingsproces van vrouwen op het gebied van competentie, kwaliteit en verdienste, om op dezelfde manier te worden bevorderd als hun mannelijke collega's. Christelle Debeer, verantwoordelijk voor communicatie en marketing, bevestigt dat de verandering goed op gang is. Een paar jaar geleden zou het ondenkbaar zijn geweest voor een vrouw om te zetelen in het uitvoerend comité van de VKI. De leidinggevende functies werden voornamelijk bezet door mannen, vrouwen kregen functies met minder verantwoordelijkheid. Zij voegt daaraan toe dat de waarden die te paternalistisch zijn, plaats hebben geruimd voor progressief denken.
Volgens Peter Grognard gaat het niet alleen of louter om quota, maar om het actief bevorderen van een harmonieuze integratie van vrouwen, door hen uiteraard volledig toegang te geven tot, maar ook aanmoedigen om alle leidinggevende functies op te nemen, tegelijkertijd onbewuste vooroordelen te bestrijden en hen een flexibele werkomgeving te bieden. Peter Grognard is er zich terdege van bewust dat, ondanks een sterk verbeterende omgeving, er nog heel veel werk aan de winkel is, zowel wat betreft het aantal vrouwen in het management als wat betreft de bestuursorganen van het VKI, zoals de raad van bestuur en de algemene vergadering.
Van de 200 medewerkers en studenten van het Instituut is slechts 25% vrouwelijk. Twee leidinggevende functies zijn werkzaam in het uitvoerend comité en in de faculteit, negen onderzoeksingenieurs voeren innovatieve projecten uit op hun vakgebied, negen hebben essentiële administratieve functies voor het dagelijks functioneren en 24 studenten zijn gespecialiseerd in de vloeistofdynamica. Veel van de vrouwelijke VKI alumni vervullen wetenschappelijke functies op topniveau en zijn de ambassadrices van VKI bij hun collega's.
Voor Aude Lecardonnel, een PhD student in de afdeling milieu en stromingsdynamica sinds 2019, zijn er geen verschillen tussen de vrouwelijke en mannelijke ingenieurs van haar generatie, maar onder de ouderen zijn er nog steeds bepaalde vooroordelen. Zij is sceptisch over het feit dat vrouwen op dit moment dezelfde kansen hebben om te evolueren naar leidinggevende functies als mannen. Dit gevoel wordt ook gedeeld door andere collega's die het moeilijk vinden om het moederschap te combineren met een beroepsleven met cruciale mijlpalen: de thesisverdediging, de opstart van een loopbaan in een onderneming, het afronden van wetenschappelijke projecten binnen een bepaalde termijn. Dit zijn allemaal factoren die hen ervan weerhouden om in bepaalde periodes van hun leven een gezin te stichten.
De vrouwen werkzaam op het VKI voelen geen merkbaar verschil in houding tegenover zichzelf en hun mannelijke collega’s, maar in dit voornamelijk mannelijke milieu worden sommige welwillende gedragingen soms als paternalistisch ervaren. Zij stellen vast dat dit de solidariteit tussen vrouwen versterkt en dat er geen concurrentie tussen hen is. Volgens hen zijn vrouwen in VKI bijzonder goed vertegenwoordigd in vergelijking met andere ondernemingen.
Volgens Yakut Cansev, onderzoeksingenieur, zijn de genderquota die in het Marie Curie-programma en andere onderzoeksfinanciering zijn opgenomen, van essentieel belang. Zij vraagt zich echter af of de keuze is bepaald door de competentie van de persoon of door de niet-discriminerende criteria die in het programma zijn vastgesteld.
Momenteel bekleden twee vrouwen een leidinggevende positie in het uitvoerend comité en in de faculteit. Delphine Laboureur, professor in de afdeling milieu en stromingsdynamica, benadrukt dat hoe hoger vrouwen op de hiërarchische ladder gaan, hoe complexer de combinatie van beroeps- en gezinsleven wordt. Dit kan sommige vrouwen afremmen in hun bereidheid om een dergelijke functie te bekleden. Er is zeker nog veel werk aan de winkel in het bewustwordingsproces van vrouwen op het gebied van competentie, kwaliteit en verdienste, om op dezelfde manier te worden bevorderd als hun mannelijke collega's. Christelle Debeer, verantwoordelijk voor communicatie en marketing, bevestigt dat de verandering goed op gang is. Een paar jaar geleden zou het ondenkbaar zijn geweest voor een vrouw om te zetelen in het uitvoerend comité van de VKI. De leidinggevende functies werden voornamelijk bezet door mannen, vrouwen kregen functies met minder verantwoordelijkheid. Zij voegt daaraan toe dat de waarden die te paternalistisch zijn, plaats hebben geruimd voor progressief denken.
Volgens Peter Grognard gaat het niet alleen of louter om quota, maar om het actief bevorderen van een harmonieuze integratie van vrouwen, door hen uiteraard volledig toegang te geven tot, maar ook aanmoedigen om alle leidinggevende functies op te nemen, tegelijkertijd onbewuste vooroordelen te bestrijden en hen een flexibele werkomgeving te bieden. Peter Grognard is er zich terdege van bewust dat, ondanks een sterk verbeterende omgeving, er nog heel veel werk aan de winkel is, zowel wat betreft het aantal vrouwen in het management als wat betreft de bestuursorganen van het VKI, zoals de raad van bestuur en de algemene vergadering.